
Moi! Met deze Nedersaksische groet kun je in Groningen, Drenthe, Overijssel en de Achterhoek alle kanten uit. Ongeacht op welk tijdstip je iemand tegenkomt, met moi zit je altijd goed. Of je het woord nu gebruikt als begroeting bij aankomst, of ter afscheid.
Ik houd van talen. Ik spreek er drie (behalve Nederlands ook Engels en Duits) en als ik het Drents meereken zelfs vier. Bovendien heb ik van het Deens een basiskennis.
Talen fascineren me enorm. Ik vind het mooi om overeenkomsten of verbanden te ontdekken tussen de verschillende soorten. Verbanden die soms direct duidelijk zijn en soms ook veel minder evident.
Zo noemen Denen hun auto bil (uitspraak: biel). Op het eerste gezicht heeft die benaming weinig te maken met ons woord voor het voertuig. Totdat je beseft dat auto een afkorting is van automobiel (juist: biel). Dan blijken beide woorden opeens wel degelijk verre verwanten.
Een woord dat in redelijk wat talen (bijna) hetzelfde klinkt is ja. In het Afrikaans, Duits, Deens, Noors en Zweeds schrijf je het ook precies zo. IJslanders zetten er een accentje op (já), de Esten zetten er een H achter (jah) en in het Javaans spel je het met een Y (ya).
Er zijn natuurlijk altijd eigenwijze talen, die het graag anders doen. Als Grieken ja bedoelen, zeggen ze nai, dat in uitspraak verdacht veel lijkt op ons woordje nee. En het Poolse woord voor ja is tak, wat in het Deens dan weer bedankt is.
Dat brengt me op valse vrienden, woorden uit verschillende talen die hoewel ze op elkaar lijken een geheel andere betekenis hebben. Een van mijn favorieten is bellen, Duits voor blaffen. Ook leuk: bord, het Deense woord voor tafel. En het al eerder benoemde ja is in het Hongaars igen, dat op zijn beurt in het Deens en Zweeds opnieuw betekent.
Sommige talen schijnen echter in niets op elkaar te lijken. Kijkend naar de Finse televisieserie Karppi kan ik geen chocola maken van al die vreemde woorden die op me afkomen. Ja is kyllä en bedankt heet daar kiitos. Groot is dan ook mijn verbazing als ik opeens een woord hoor dat ik als geboren en getogen Drent al mijn hele leven ken: moi.
Inderdaad, met de groet uit de eerste alinea kun je ook in Finland uitstekend terecht. En net als in het Nedersaksische taalgebied is die ook daar de hele dag bruikbaar, van ’s ochtends tot ’s avonds, bij aankomst en afscheid. Hoe dat zo gekomen is? Ik weet het niet, maar ik vind het mooi. Taal is mooi. Moi!