De Vlaamse schilder en schrijver Karel van Mander maakte in 1604 in een van zijn publicaties melding van ene Caravaggio. Hij schreef dat die in Rome “wonderlijcke dinghen” aan het doen was. Hij vond dat kunstenaars rap naar de Italiaanse hoofdstad moesten afreizen om zich daar te laten inspireren. En dat deden ze, zoals de prachtige tentoonstelling Utrecht, Caravaggio en Europa in het Centraal Museum laat zien. (Lees verder op de Digitale Kunstkrant)
